M - P

Maggifleshouder

De reeds in de 19e eeuw uitgevonden Maggi, (de aromatische smaakversterker), kampte in het verleden met een negatieve uitstraling, omdat "iedereen kon koken met Maggi". Omdat het aromaat echter wel door iedereen als lekker en gewaardeerd werd bevonden, hebben zilverfabrikanten een manier gevonden om de Maggifles enigszins toch op een chique manier te presenteren. De Maggifleshouder is een zilveren of verzilverde houder voor een flesje Maggi. Al dan niet met schenkoor. Vele fabriekanten en edelsmeden maakten modellen met oud Hollandse taferelen en modellen bijpassend bij de cassette. 

Mal

Bestekmallen worden door zilversmeden en bestekfabrikanten gebruikt om een bestekdeel (lepel, vork, theelepeltjes en dergelijke) te gieten of te persen. Bij dit laatste betreft het een soort stempel die in een pers wordt geplaatst om een bepaalde afdruk in het bestek te krijgen of een model te vormen. Ook werden mallen gebruikt als hulpmiddel bij graveren en ajourzagen. Mallen zijn duur en werden daarom vaak coöperatief gebruikt en dus onderling uitgewisseld tussen verschillende zilversmeden

Meester

Om als zilversmid vroeger tot het gilde te behoren moest men proeven ondergaan en een meesterstuk vervaardigen. Bij goed gevolg kon men zich dan inkopen als gildelid. De zilversmid werd dan gezien als meester die bekwaam was in zijn vak.

 

Meesterteken

Om een deel van het keursysteem te waarborgen moet de zilversmid al sinds de 14e eeuw zijn of haar meesterteken in het te keuren voorwerp slaan. Doordat dit meesterteken (vaak afgekort met MT) ook bekend was en is afgeslagen op een plaat bij het waarborg of keurkantoor, kan gemakkelijk de zilversmid bij het voorwerp worden gevonden. Iedere zilver- of goudsmid heeft zijn eigen meesterteken, dat na enige tijd kan veranderen, bijvoorbeeld na het maken van een nieuwe stempel. Meestertekens worden sinds 1814 verzameld in de zogenaamde meestertekenboeken. Die zijn zeer waardevol, maar ook de nieuwe boeken van de waarborg in Gouda zijn aardig aan de prijs. Dit gezien het vele werk wat er in deze boeken gaat zitten. Meestertekens van voor 1814 moeten vaak worden gezocht in boeken van de stad zelf. Denk hierbij aan "Amsterdamse zilversmeden en hun merken" van K.A. Citroen. Een zeer compleet naslagwerk waar al snel enkele honderden euro's voor moet worden neergelegd.

 

Mes

Onderdeel van een modern couvert. Het mes heeft pas sinds begin 1900 zijn intreden gedaan als tafelstuk en onderdeel van een couvert. Het heeft nog enkele decennia geduurd voordat het mes tot een standaard couvert behoort. Voor 1900 bestond een couvert eigenlijk alleen uit een lepel en vork en werd gebraad al voor het serveren met een trancheercouvert voorgesneden. Toch is het mes een van de oudste gereedschappen die we kennen en gaat terug tot in het stenen tijdperk. Het gebruik van een mes is al zo'n twee miljoen jaar geleden bekend. Een mes bestaat uit een drietal onderdelen. Het heft, dat is het handvat van het mes. Het lemmet, het snijgedeelte van het mes en de angel die beide met elkaar verbindt. (zie "angel"en "lemmet")



Messenlegger

Lang voorwerp van zo'n 5-10 cm lang dat rechts bovenaan het bord wordt geplaatst op de plaats van het mes. Het lemmet van het mes kan zo op de messenlegger steunen waardoor het tafellaken wordt gespaard van vlekken afkomstig van het mes. Messenleggers zijn er in vele vormen, maten, modellen en materialen.

 

 

Messenslijper

 

 

 

 Gereedschap bestaande uit twee schuin geplaatste stenen of hardstalen wieltjes waardoor een mes kan worden aangescherpt door het lemmet tussen deze wielen halen. Voor een relatief goedkoop tafel- of keukenmes een prima oplossing. ECHTER: De tip van GekOpBestek; Slijp uw dure (of zeldzame) messen niet zelf. Er zijn bedrijven die dit tegen een kleine vergoeding voor u doen waarbij geen schade ontstaat aan het lemmet. Als u het dan toch zelf wil doen, gebruik dan bij voorkeur geen elektrische messenslijper, maar een goede slijper met diamantschijven.

Messing

Messing is een legering van koper en zink. Messing wordt vaak gebruikt als basismateriaal voor verzilverde voorwerpen. Het nadeel hiervan is, dat als het zilverlaagje versleten is, er een koper (messing)kleurige ondergrond te zien is. Een mooiere ondergrond is daarom alpacca wat al sterk de kleur van zilver heeft.


Minervahoofd/ minervakop

Volledig gekeurde Hollandse stukken zijn voorzien van een Minervahoofd waar in de pet een letter staat verwerkt. Aan de hand van deze letter kan het bijbehorende keurkantoor worden gevonden. Omdat vast stond welke keurmeester er in welk jaar in dienst was, kon men fraude gemakkelijk opsporen.  Op alfabetische volgorde zijn dit A= Amsterdam, B= Utrecht, C= 's-Gravenhage, D= Rotterdam, E= Groningen, F= Leeuwarden, G= Zwolle, H= Arnhem, I= Breda, J= Joure, K= 's-Hertogenbosch, L= Middelburg, M= Schoonhoven, N= Maastricht, O= Roermond, P= Alkmaar, Q= Roosendaal en R= Gouda. Vanaf 1987 werd de Waarborg geprivatiseerd bleef er slechts één keurkantoor. Dit kantoor in Gouda keurt volgens de Nederlandse wet onder de naam "WaarborgHolland"

 

Moccalepeltje

Klein theelepeltjes van ± 10cm lang bedoeld voor het nuttige van dikke likeur als advocaat. Hierdoor heeft het ookwel de naam advocaatlepeltje gekregen. De lepeltjes zijn voor het eerst in gebruik genomen rond 1800 na Chr. In de laatste decennia is men de lepeltjes echter gaan gebruiken voor espresso en mocca waardoor het natuurlijk de naam "moccalepeltje" is gaan aannemen. Vooral met de komst van de Nespressoapparaten, de (semi) automatische koffiemachines voor thuisgebruik en ander moderne koffieproducten, zijn deze lepeltjes weer helemaal hot!

 

Monogram

Twee of meer gegraveerde letters, die vaak sierlijk in elkaar zijn verweven in een monogram. De letters zijn vaak de initialen van de familienaam. Naast een imponerende indruk op de gasten, geeft het op zilver ook een eigendom weer

 

 

Mors-servethouder

Houder voor papieren morsservetten. Dit zijn ronde, zachtpapieren "viltjes" die onder een glas gelegd worden om kringen te voorkomen.




 

Mosterdlepel (tje)

Klein lepeltje dat sterk lijkt op een sauslepel, maar dan veel kleiner. Een mosterdlepeltje heeft vaak een kleine, diepe bak en een buiging in de steel en is bedoeld voor het serveren van mosterd uit een zilveren mosterdpotje, schaaltje of bakje. Omdat mosterd azijn bevat, tast deze zure kruidenpasta het zilver aan. Een mosterdlepeltje wordt daarom vaak van edelstaal gemaakt en bij zilveren modellen wordt de bak vaak verguld. Mocht dit niet het geval zijn.... geen nood, maar laat het lepeltje niet uren in de mosterd staan. Mosterdlepeltjes maken vaak deel uit van een specerijensetje dat bestaat uit een zout-, peper- en mosterdlepeltje.

 

Mosterdpot

Zilveren potje wat vaak wordt voorzien van scharnierende deksel. Het potje is merendeel voorzien van een blauw glazen binnenwerk waardoor het zuur van de mosterd het zilver niet aantast. Ook zien we wel vergulde potjes of keramische binnenbakjes. Merendeel van de mosterdpotten is vervaardigd in de 19e eeuw.

Natfruitlepel

Lepel(tje) bedoeld voor het serveren van nat fruit als aardbeien, frambozen, bramen, e.d. De lepels zijn vaak rijkelijk versierd en hebben een opengewerkte bak waardoor eventuele vruchtensappen kunnen uitlekken.

Nationale zilverdag

De nationale zilverdag word traditioneel gehouden op de Tweede Pinksterdag in de zilverstad Schoonhoven. Voor meer informatie:
http://www.zilverdag.com/



Neoclassicisme

Stijlstroming rond 1900 waarin we veel kenmerken van eerdere stromingen tegenkomen in het zilver. De stroming is sterk gebaseerd op Grieks en Romeinse invloeden. Kenmerken zijn parelranden, guirlandes, bladeren, bloemen en strikken.


Nieuw zilver
(Zie alpacca)
 

Nilsson Georg

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Georg Nilsson was de belangrijkste vaste medewerker van de Gero-fabrieken in Zeist. Georg Nilsson is geboren in 1888 in Denemarken. Na een opleiding in ontwerpen en zilversmeden was Georg eerst werkzaam bij zijn leermeester Georg Jensen. Begin jaren twintig kwam Nilsson in dienst bij Gero in Kopenhagen. De Deense fabriek leed echter verlies en moest noodgedwongen sluiten. Georg Nilsson is hierdoor verhuisd naar het Hollandse Zeist om daar zijn beroep voor te zetten. In zowel zilveren als verzilverde voorwerpen is G. Nilssons meesterteken te vinden.



Oestervork

Als de "R" in de maand zit (dus van september t/m april), dan is het oesterseizoen. De delicatesse die men moet leren eten, heeft zijn eigen bestekje: het oestervorkje. Met het oestervorkje prikt met de oester uit de reeds geopende schelp. Dit staat toch net iets chiquer dan de oester op traditionele wijze leeg te slurpen. Ook het oestervorkje wordt dus in wat welgesteldere genootschappen gebruikt. Het vorkje is vaak net iets groter dan een gebaksvorkje en heeft altijd drie tanden waarvan de buitenste zijn afgerond.

 

 

 

Olijflepel

Er bestaan olijflepels met een dichte bak, vaak voorzien van een ivoor of agaten steel. De Olijflepel lijkt op een wat grote koffielepel. Rond 1900 kwamen er echter olijflepels op de markt die voorzien waren van een ajourgezaagde bak waar de olie, waarin de olijven zijn gelegd, kan uitlekken. Het olijflepeltje maakt soms deel uit van een hors d'oeuvreset


Onderhoud

Onderhoud aan zilver is een vak op zich. Zilver oxideert en wordt zwart. Er zijn diverse poetsmiddelen op de markt waarmee men het zilver prima kan onderhouden. Als uw zilver licht gekleurd is, adviseert gekopbestek.nl een poetsmiddel met zo min mogelijk schuurmiddel. Vaak bevatten roomkleurige middelen veel schuurmiddel. Beter nog is een geïmpregneerde poetsdoek waarmee u uw zilver prima kunt onderhouden. Toch ontstaan er na verloop van tijd minuscule kleine krasjes waardoor het zilver een "verkeerde" lichtval krijgt en er mat uitziet. Op dat moment kunt u zelf een tube handpolijstmiddel aanschaffen en met een zachte doek uw zilver poetsen. Wilt u het goed doen: brengt dan uw zilver naar een plaatselijke edelsmid die het machinaal kan polijsten. Maar let op: Er treedt vaak slijtage op, omdat er een flinterdun laagje van het voorwerp wordt af gehaald.
Is uw zilver alleen sterk geoxideerdt: Poetsen met koperpoets is dan het geheim...... Insmeren - uitpoetsen - wederom insmeren - 10 minuten wachten - nogmaals uitpoetsen en nawrijven met een schone, zachte doek. Een ander prima poetsmiddel dat veilig voor uw handen is, is krijtpoeder, verkrijgbaar bij de betere drogisterij. 
VERMIJD DE VAATWASSER, HEET WATER, VEEL AFWASMIDDEL EN SCHUURSPONSJES!!! Bewaar uw zilver gescheiden van de lucht. Opgerold in een droge zachte doek, is perfect.
- De atmosfeer zorgt uiteindelijk voor de verkleuring-

Onderzetter

Tegenwoordig: "Het viltje". Maar in luxere omgevingen zijn er zilveren of verzilverde onderzetters al dan niet voorzien van glas, kristal of hout waardoor het glas geen kring maakt op tafel of tafelkleed.

Ontbijtcouvert

Het ontbijtcouvert is ontstaan in de 20e eeuw. Het is de kleine versie van het dinercouvert. In de standaard cassette wordt hiervoor eigenlijk hetzelfde couvert als het dessertcouvert gebruikt.

Opdiencouvert

In de breedste zin van het woord, een lepel en/ of vork en of mes, bedoeld voor het serveren van diverse spijzen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 



Oud Hollands (Hollandsch)


Oude Hollands is vaak de benaming voor motieven in bestek en andere tafelstukken met een Hollands tafereel als molens, schaatsen, klompen, boeren, melkdragers e.d. Vele zilversmeden en fabrieken hebben dit motief gebruikt voor populaire cassettes. Gero heeft dit model verkocht onder model No. 635


Oxidatie - Oxideren

Zilver reageert met de lucht. Deze bevat zwavel die bij kamertemperatuur beetje bij beetje neerslaat op het zilver waardoor er een verkleuring plaatsvindt. Bewaar zilver dus bij voorkeur in een droge, zachte doek. (zie onderhoud)

Paplepel

Kleine lepel die veel weg heeft van een koffielepel, maar vaak met wat afgerondere lijnen en randen. De paplepel is bedoeld voor de allereerste hapjes en is daarom kleiner dan een kinderlepel uit een kindercouvert. Een zilveren paplepeltje kwam alleen in welgestelde families voor en werd vaak geschonken als kraamcadeau. Niet zelden staat daarom een naam en geboortedatum in zo'n lepeltje gegraveerd.

Parelrand

Benaming van een bestekmodel, maar ook gebruikt voor andere zilveren voorwerpen. Bij de "parelrand" is het voorwerp voorzien met een rand van kleine zilveren bolletjes (Parels). Parelrand vindt zijn oorsprong rond het einde van de 18e eeuw en is tot op de dag van vandaag nog een populair en een graag gezien model.

Parijsrood

Ook wel "Engels rood". Er zijn verschillende soorten polijstpasta's in de handel. Parijs rood is een pasta voor het hooglans polijsten van zilver en goud.


Pastijschep

Een pasteitje ookwel een vol-au-vent genoemd, is een bakje van luchtig bladerdeeg dat gevuld is met runder- of kippenragout. Het kan genuttigd worden als voorgerecht, maar meestal is het een onderdeel van een luxe lunch. De pastijschep is geen standaard onderdeel van een bestekcassette en is bedoeld voor het serveren van reeds gevulde pasteitjes vanaf een schaal. De bak is plat, zoals bij een taartschep, zodat het pasteitje er makkelijk opgeschoven kan worden.

 

Pastillebakje / Pastilleschaaltje

Klein zilveren schaaltje, dat na het diner en koffie op tafel gezet wordt met pastilles of after-dinner mints. Ook wordt het schaaltje vaak gebruikt voor het serveren van chocolade  of mokkaboontjes bij de koffie.

 


Patina

Patina is de natuurlijke aanslag op metalen. Bij sommige oude koperen, tinnen of bronzen voorwerpen is het uit den boze deze mooie gloed te verwijderen. Het patina op zilver is vaak niet gewenst en is meestal makkelijk te verwijderen. (zie onderhoud).


 

Peperlepeltje

Een peperlepeltje is een klein lepeltje dat lijkt op een zoutlepeltje, maar heeft vaak een iets kleinere bak. Het lepeltje is bedoeld voor het doseren van gemalen peper of cayenne vanuit een peper of zoutschaaltje.

 

 


Petit four schepje

Een petitfourschepje lijkt op een grote stevige suikerlepel, maar dan met een platte bak waarmee de petitfour geserveerd kan worden. De petit fourschep is vaak hetzelfde als een bonbonlepel of schep, al zijn er wel speciale grote modellen in omloop.

 

Pijnappel

Pijnappel = vrucht van de pijnboom. In de volksmond gewoon dennenappel genoemd. De pijnappel is een veel gebruikte decoratie op het uiteinde van de steel van thee- en moccalepeltjes, gebaksvorkjes, thee- en suikerscheppen. Niet zelden is de steel dan getorst. Een variant op deze is de stijlappel die van origine een eikeltje op het steeltje heeft. In de laatste kwart van de 20e eeuw is er echter een moderne uitvoering op de markt gekomen met een gladde of getorste steel of met een glad rond bolletje, dat ook stijlappel wordt genoemd


Pillendoosje

Klein doosje voor medicatie. Een mooi zilveren pillendoosje is geen schande om op tafel gezien te worden. Er zijn pillendoosjes met een scharnierend dekseltje, maar ook met een draaimechanisme zodat een gaatje ontstaat, waardoor de medicatie genuttigd kan worden. Een leuke variatie in het gebruik is, dat de doosjes tegenwoordig nog wel in de dameshandtas verdwijnen voor de (koffie)zoetjes.


Pistoolheft

Mesheft met een afgeronde knik naar beneden, waardoor het enigszins de vorm van een pistool heeft. De pistoolheften zijn niet alleen een aangename verandering in de standaard vorm, het ligt tevens prettig in de hand. Een mes met pistoolheft is in de regel duurder dan een standaard heft.

 

Plaquette 

Zilveren of verzilverd plaat met graveringen of reliëf van tekst of andere versieringen. Vaak zijn plaquettes gebruikt als gedenkplaat, maar worden ook om andere reden vervaardigd.


Pleet

Pleet voorwerpen zijn verzilverde voorwerpen. Het woord pleet is verbasterd en komt van de Engels benaming voor verzilverde voorwerpen "plated". Voorbeelden hiervan zijn Hollandia pleet en Keltumpleet. Verschillende  bedrijven hebben deze naam gebruikt om een verzilvering te verdoezelen of anders te doen lijken. (zie foto)








Poetsdoek

Voor het inwrijven van het poetsmiddel kan van alles worden gebruikt: keukenrol of synthetische doekjes. Stelregel is wel dat het uitpoetsen het beste kan gebeuren met een doek van natuurlijk materiaal. In de handel zijn ook geïmpregneerde poetsdoeken. Dit is de allerveiligste mannier van poetsen met een prima resultaat. Voorwaarde is wel dat u de aanslag op uw zilver niet te lang laat zitten. Even opwrijven bij lichte verkleuring is voldoende. Hoe zwarter de doek hoe beter. U kunt de doek heel lang gebruiken, ookal is het gitzwart. Bijkomend voordeel is dat de geïmpregneerde doek vaak een beschermend laagje achterlaat.

Poetsen

(zie onderhoud)


Polijsten
 

Om zilver de mooie warme glans te geven, moet het worden gepolijst. Eigenlijk bepaal je hiermee de lichtval (polarisatie) waardoor het zilver mooi glanst. Na vervaardiging of lang gebruik wordt het zilver professioneel geschuurd met papier en matjes van grof naar steeds fijner. Hierdoor worden krassen steeds kleiner en verdwijnen uiteindelijk door polijsten met een steeds fijner middel.

 

Potagielepel 

Zeer grote opscheplepel die lijkt op een gewone dinerlepel of 
groentenlepel, maar dan veel groter. De lepel wordt gebruikt voor brij, stoofgerechten, ragouts en stamppotten. Deze lepel komt niet meer veel voor.

 

 

 

 



Pseudomerk

Een pseudomerk is een nepmerk wat moet doen vermoeden dat het voorwerp ouder lijkt dan het daadwerkelijk is, of gekeurd zilver moet lijken terwijl het geen of weinig zilver bevat. De pseudokeuren komen veel voor in de 19e eeuw, waarbij men 18e eeuwachtige merken in het zilver sloeg. Om echter niet vervolgd te worden, zilver valt onder de muntwet, weken de pseudomerken af van de echte merken. De kenner was zodanig niet te foppen, de leek trapt er met beide benen in. K.A. Citroen heeft een zeer gedetailleerd boekje uitgebracht met "Valse zilvermerken in Nederland". Een waardevol boekje, want zelfs de kenner wil af en toe nog wel eens twijfelen over de echtheid.



Puntfilet 

Bestekmodel dat bestaat uit een symmetrische steel die uitloopt in een punt. Het model bevat tevens één of meerdere filetranden